Duurzaamheidsinformatie Individuele Portefeuille

B.A. van Doorn biedt zowel vermogensbeheer aan waarbij duurzame overwegingen worden meegenomen in het beleggingsproces als vermogensbeheer waarbij duurzame overwegingen niet specifiek worden meegenomen. Cliënten kunnen zo zelf bepalen welke benadering de voorkeur heeft.  Onderstaande informatie is relevant voor de beleggingsbenadering van B.A. van Doorn die gebruik maakt van individuele aandelen met ETF’s of indexfondsen voor het aanbrengen van accenten. 

Geen duurzame beleggingsdoelstelling
De duurzame beleggingsbenadering met individuele aandelen promoot ecologische/sociale kenmerken en hoewel het geen specifieke duurzame beleggingsdoelstelling heeft zal het een minimum aandeel duurzame beleggingen van 30% aanhouden met een milieudoelstelling in economische activiteiten of een sociale doelstelling. Deze beleggingen worden niet als specifiek ecologisch of sociaal aangemerkt volgens de EU-taxonomie. 

Ecologische of Sociale kenmerken van het product.
De duurzaam ingerichte beleggingsportefeuille streeft geen specifieke duurzame beleggingsdoelstelling na maar kan in verschillende ecologische en sociale doelen beleggen. 

Beleggingsstrategie
De benadering met individuele aandelen (en accenten via ETF’s en Indexfondsen) is er op gericht om een goed gediversificeerde beleggingsportefeuille samen te stellen waarbij de kern van het risicodragende deel van de portefeuille wordt ingevuld door individuele aandelen. Hierbij wordt voor het universum van aandelen uit de S&P500 en Stoxx 600 de keus gemaakt om ten eerste bedrijven uit te sluiten die actief zijn in de sectoren alcohol, tabak, gokken, wapens en porno. Daarna worden voor alle sectoren bedrijven geselecteerd die binnen hun sector de hoogste duurzaamheidsscores behalen op basis van toonaangevende duurzaamheidsbeoordelaars. De bedrijven die dan overblijven vormen het belegbare duurzame universum. Vanuit dit universum worden vervolgens bedrijven geselecteerd met de in hun sector beste scores op grond van het beoordelingsmodel van B.A. van Doorn. Naast deze beleggingen worden zogenaamde satellieten geselecteerd (indexfondsen of ETF’s) die de risico/rendementsverhouding verbeteren maar die niet altijd als duurzaam worden geclassificeerd. In het risicomijdende deel van de portefeuille zullen staatsobligaties worden opgenomen uit landen uit de eurozone (die noteren in euro’s) en die niet onder EU sancties vallen. Bedrijfsobligaties zullen worden opgenomen via indexfondsen en ETF’s waarbij bedrijven worden uitgesloten op basis van vergelijkbare criteria als in het risicodragende deel van de portefeuille. 

Aandeel beleggingen
Minimaal 30% van de risicodragende beleggingen vindt plaats in beleggingen die als duurzaam geclassificeerd worden. Het risicomijdende deel van de portefeuille wordt geheel ingevuld door staatsobligaties uit landen waar geen EU sancties tegen gelden of indexfondsen of ETF’s die onder de SFDR 8 classificatie vallen. Liquiditeiten worden aangehouden bij de depotbank.

Monitoring ecologische of sociale kenmerken
De partijen die de samenstelling van het duurzame universum  bepalen implementeren benodigde aanpassingen wanneer de omstandigheden daartoe aanleiding geven en voeren daarnaast elk kwartaal, halfjaar of jaar een review uit.  Wanneer de samenstelling van het duurzame universum verandert betekent dit dat deze aandelen niet meer geselecteerd kunnen worden voor de uiteindelijke portefeuille. Als aandelen uit het duurzame universum worden verwijderd op het moment dat deze onderdeel zijn van de portefeuille worden deze ook uit de portefeuille verwijderd.   

Methodologieën
Diverse indexproviders gebruiken verschillende methodes om te bepalen of een aandeel of obligatie op basis van duurzaamheidsoverwegingen in een index wordt opgenomen. Sommigen gebruiken vragenlijsten die bedrijven in moeten vullen op basis waarvan deze beoordelingen plaatsvinden, anderen gebruiken alleen openbaar beschikbare informatie en anderen gebruiken een combinatie van deze methoden. Vervolgens vindt de samenstelling plaats op grond van uitsluiting (geen opname in een index van bedrijven die niet voldoen aan de minimale eisen op duurzaamheidsgebied), op “best in class” basis waarbij alleen de best presterende bedrijven worden opgenomen of een combinatie van deze methoden. B.A. van Doorn gebruikt voor de kern van de duurzame invulling van de risicodragende portefeuille de combinatiemethode voor het bepalen van het duurzame universum. Voor andere risicodragende beleggingen zijn wij mede afhankelijk van de beschikbare indexfondsen en ETF’s.

Databronnen en dataverwerking
B.A. van Doorn gebruikt indices van vooraanstaande partijen op het gebied van duurzaamheid en indexsamenstelling zoals S&P Dow Jones, MSCI, Moody’s en FTSE for Good.

Methodologische- en databeperkingen
Het verzamelen van gegevens op het gebied van duurzaamheid en de verwerking daarvan is geen exacte wetenschap. Veel van de data, voor zover beschikbaar en betrouwbaar, moet geïnterpreteerd worden en de afwegingen van de diverse partijen om een bepaalde keuze te maken of score toe te kennen en om een aandeel of obligatie al dan niet op te nemen in een index zijn niet voor alle partijen gelijk. 

Due diligence
Op regelmatige basis gaat B.A. van Doorn de (veranderingen in) de benadering van de diverse indexproviders na om te bepalen of de structuur van het ratingproces nog voldoet aan de wensen en eisen met betrekking tot duurzaamheid. 

Engagement
De depotbanken die de stukken van onze cliënten bewaren voeren het engagementbeleid uit over de stukken die bij hen in bewaring zijn.

Aangewezen referentiebenchmark
Voor het risicodragende deel van de portefeuille wordt de MSCI World (wereldwijde aandelen, ontwikkelde markten) als benchmark gebruikt. Deze index wordt op total return-basis, ofwel inclusief netto dividenden, in euro’s weergegeven. 
Voor risicomijdende beleggingen (obligaties en liquiditeiten) hanteren wij de vergelijkingsmaatstaf JP Morgan Government Bond Index Netherlands. Deze index vertegenwoordigt het gewogen gemiddelde rendement van alle Nederlandse staatsobligaties in euro’s, met een resterende looptijd van meer dan 13 maanden. Deze indices maken geen vergelijking met de gepromote ecologische of sociale kenmerken van de portefeuille.

Annex 2:

Productbenaming: Duurzame beleggen met individuele aandelen via B.A. van Doorn.

Heeft dit product een duurzame beleggingsdoelstelling? Nee

Het product promoot ecologische/sociale (E/S) kenmerken en hoewel het geen duurzame beleggingen als doelstelling heeft, zal het een minimumaandeel duurzame beleggingen van 30% behelzen.
-  met een milieudoelstelling in economische activiteiten die niet als ecologisch duurzaam zijn aangemerkt in de EU taxonomie.
-  met een sociale doelstelling

Welke ecologische en/of sociale kenmerken promoot dit financiële product?
Binnen de kern van de risicodragende portefeuille worden beleggingen uitgesloten in bedrijven die actief zijn in de sectoren alcohol, tabak, gokken, porno en onconventionele wapens. 

Het risicomijdende deel van de portefeuille belegt met name in obligaties die worden uitgegeven door landen uit de eurozone in zover deze niet onder EU sancties vallen. Wanneer bedrijfsobligaties worden opgenomen, worden in lijn met het beleid bij risicodragende beleggingen, bedrijven uitgesloten die actief zijn in de sectoren alcohol, tabak, gokken, porno en wapens. 

Met welke duurzaamheidsindicatoren wordt de verwezenlijking van elk van de door dit product gepromote ecologische of sociale kenmerken gemeten. 
1)  Het percentage van beleggingen in de portefeuille waarbij de sectoren alcohol, tabak, gokken, porno en wapens zijn uitgesloten.
2)  Het percentage van beleggingen in staatsobligaties in de portefeuille dat buiten EU sancties valt.

Wat zijn de doelstellingen van de duurzame beleggingen die het financiële product gedeeltelijk beoogt te doen en hoe draagt de duurzame belegging bij tot die doelstellingen?
In de portefeuille worden individuele aandelen geselecteerd uit het universum dat door toonaangevende indexproviders als duurzaam wordt beschouwd. Daarmee worden aandelen opgenomen van bedrijven die een duurzame bedrijfsvoering kennen. Daarnaast kunnen voor een beperkt deel van de portefeuille indexfondsen of ETF’s worden opgenomen. Waar mogelijk worden hierbij alleen indexfondsen opgenomen met aandelen of obligaties die aan de duurzaamheidseisen van indexproviders voldoen. Wanneer overwegingen om het risico-rendementsprofiel aan te passen alleen kunnen worden bereikt zonder duurzame overwegingen mee te nemen kan hier van worden afgeweken. 

Hoe doen de duurzame beleggingen die het financiële product gedeeltelijk beoogt te doen geen ernstige afbreuk aan ecologische of sociale duurzame beleggingsdoelstellingen? 
Door het, waar mogelijk om de beleggingsvisie van B.A. van Doorn te kunnen implementeren, vermijden van beleggingen in de bedrijven die een significant deel van de omzet generen in alcohol, tabak, pornografie, gokken en wapens. 

Hoe is rekening gehouden met de indicatoren voor ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren?
Er wordt geen rekening gehouden met de indicatoren voor ongunstige effecten op de duurzaamheidsfactoren. De ontwikkeling van rapportages op het gebied van duurzaamheid zijn nog in volle gang. Op dit moment is de kwaliteit van gerapporteerde data nog niet van voldoende kwaliteit om deze te kunnen meenemen. 

Hoe zijn de duurzame beleggingen afgestemd op de OESO-richtsnoeren voor multinationale ondernemingen en de leidende beginselen en de leidende beginselen van de VN inzake bedrijfsleven en mensenrechten? 
De samenstellers van duurzame indices nemen deze factoren mee in het bepalen van het universum dat voldoet aan de voorwaarden inzake duurzaamheid. De selectie van aandelen vindt plaats uit het gedefinieerde universum. 

Wordt in dit financiële product rekening gehouden met de belangrijkste ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren?  
Door uitsluiting van eerdergenoemde sectoren in de kern van de risicodragende portefeuille wordt rekening gehouden met duurzaamheidsfactoren. 

Welke beleggingsstrategie hanteert dit financiële product?
De duurzame individuele aandelenbenadering is er op gericht om een goed gediversificeerde beleggingsportefeuille samen te stellen met gebruik van individuele aandelen uit een universum van aandelen die als duurzaam worden beschouwd. Het risicomijdende deel van de portefeuille wordt ingevuld met staatsobligaties en bedrijfsobligaties waarbij niet duurzame bedrijven worden uitgesloten. 
Voor het risicodragende deel van de portefeuille worden aandelen geselecteerd uit het samengestelde duurzame universum met de beste scores op het gebied van kwaliteit en groei volgens een intern ontwikkeld model.  Naast deze beleggingen worden zogenaamde satellieten geselecteerd (indexfondsen of ETF’s) die de risico/rendementsverhouding verbeteren maar die niet altijd als duurzaam worden geclassificeerd. In het risicomijdende deel van de portefeuille zullen staatsobligaties worden opgenomen uit landen uit de eurozone (die noteren in euro’s) en die niet onder EU sancties vallen. Bedrijfsobligaties zullen worden opgenomen via indexfondsen en ETF’s waarbij bedrijven worden uitgesloten op basis van vergelijkbare criteria als in het risicodragende deel van de portefeuille. 

Welke bindende elementen van de beleggingsstrategie zijn bij het selecteren van de beleggingen gebruikt om te voldoen aan alle ecologische en sociale kenmerken die dit financiële product promoot?
-    In de kern van de portefeuille worden bedrijven uitgesloten die actief zijn in sectoren wapens, tabak, alcohol en controversiële wapens. 
-    Minimaal 30% van de portefeuille bestaat uit duurzame beleggingen. 

Wat is het toegezegde minimumpercentage voor het beperken van de beleggingsruimte overwogen voor de toepassing van die beleggingsstrategie?
In de kern van het risicodragende deel van de portefeuille wordt belegd in aandelen uit het geselecteerde universum van de 50% bedrijven met de beste duurzaamheidsscore zoals bepaald door toonaangevende instellingen op het gebied van duurzaamheidsscores. Minimaal 50% van de risicodragende beleggingen is zo duurzaam. Het risicomijdende deel van de portefeuille wordt geheel ingevuld met staatsobligaties van landen waar geen EU sancties tegen gelden en bedrijfsobligaties waarbij eerdergenoemde sectoren zijn uitgesloten. 

Wat is het beoordelingsbeleid voor praktijken op het gebied van goed bestuur van ondernemingen waarin is belegd?
De instellingen die actief zijn in het verzorgen van duurzaamheidsscores houden beoordelen ook de governance structuur van een bedrijf en bepalen aan de hand daarvan of een belegging al dan niet aan de gewenste duurzaamheidsvereisten voldoet. Daar wordt bij het bepalen van het belegbare universum dus rekening mee gehouden.

Welke activa-allocatie is er voor dit financiële product gepland?

Op welke wijze voldoet het gebruik van derivaten aan de ecologische of sociale kenmerken die het financiële product promoot? 
Er worden in het product geen derivaten gebruikt.

In welke minimale mate zijn duurzame beleggingen met een milieudoelstelling afgestemd op de EU taxonomie?
Het product is niet afgestemd op de EU Taxonomie

Wat is het minimumaandeel beleggingen in transitie- en faciliterende activiteiten?
Er is geen specifiek minimumaandeel beleggingen in deze activiteiten.

Wat is het minimumaandeel duurzame beleggingen met een milieudoelstelling die niet zijn afgestemd op de EU taxonomie? 
Het product is niet afgestemd op de EU taxonomie.

Wat is het minimum aandeel van sociaal duurzame beleggingen?
Er is geen specifiek minimumaandeel beleggingen in deze activiteiten.

Welke beleggingen zijn opgenomen in "#2 Overige"? Waarvoor zijn deze bedoeld en bestaan er ecologische of sociale minimumwaarborgen?
In overige beleggingen zijn beleggingen die een SFDR 6 kenmerk hebben en gericht zijn een exposure op te leveren naar specifieke thema’s, sectoren, regio’s en andere beleggingen die niet specifiek gericht zijn op ecologische of sociale doelstellingen. 

Is er een specifieke index als referentiebenchmark aangewezen om te bepalen of dit financiële product is afgestemd op de ecologische en/of sociale kenmerken die dit financiële product promoot? 
Nee

Hoe wordt de referentiebenchmark doorlopend afgestemd op alle ecologische of sociale kenmerken die dit financiële product promoot?
Als benchmark voor dit product wordt voor het risicodragende deel van de portefeuille de MSCI World (net) in euro’s gebruikt. Voor het risicomijdende deel van de portefeuille wordt de JP Morgan Dutch Government Bond Index (>13 maanden) gebruikt. Dit zijn brede benchmarks die de rendementsdoelstelling van de portefeuille weergeven maar geen direct verband hebben met ecologische of sociale kenmerken. 

Hoe wordt de afstemming van de beleggingsstrategie op de methodologie van de index doorlopend gewaarborgd? 
Deze indices geven de karakteristieken weer van de brede aandelen- en obligatiemarkt weer en niet specifiek die van de duurzame markten waarin ook belegd wordt. De rendementsdoelstelling blijft daarmee gericht op de brede markt. 

In welke opzicht verschilt de aangewezen index van een relevante brede marktindex? 
Deze zijn aan elkaar gelijk. 

Waar is de berekening van de aangewezen index gebruikte methodologie te vinden? 
De karakteristieken van het risicodragende deel van de benchmark zijn te vinden op de website van MSCI (https://www.msci.com/our-solutions/indexes/developed-markets). Informatie over de samenstelling van de risicomijdende benchmark is beschikbaar op: https://www.jpmorgan.com/content/dam/jpm/cib/complex/content/markets/index-research/Global-Index-Research-Product-Guide-2022.pdf

Ongunstige effecten van beleggingsbeslissingen op duurzaamheidsfactoren worden niet in aanmerking genomen

Deze verklaring wordt gepubliceerd om te voldoen aan de verplichtingen onder Artikel 4 van Verordening 2019/2088 (EU) van het Europees Parlement en de Europese Raad van 27 november 2019. 

Deze specifieke verordening vereist dat B.A. van Doorn kenbaar maakt hoe zij rekening houdt met de eventuele negatieve effecten op duurzaamheid bij het nemen van beleggingsbeslissingen. De wetgeving schrijft voor dat B.A. van Doorn een Impact Verklaring opstelt. 

B.A. van Doorn heeft de vereisten van Artikel 4 van Verordening 2019/2088 (EU) zorgvuldig geëvalueerd en besloten om geen rekening te houden met de belangrijkste ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren op entiteitsniveau. Het is voor een relatief kleine beleggingsonderneming lastig om te kunnen voldoen aan de eisen vanwege de grote hoeveelheid data die nodig is om de verschillende berekeningen te maken die ten grondslag liggen aan een Impact Verklaring. B.A. van Doorn ziet dat er momenteel nog een gebrek is aan direct beschikbare data tegen een redelijke prijs. Daarnaast is de data ook nog niet eenduidig voor handen. De diverse dataproviders hanteren verschillende methodologieën, wat het vergelijken lastig maakt. B.A. van Doorn zal de beslissing om uiteindelijk toch een Impact Verklaring op te stellen periodiek heroverwegen.
De mogelijkheid bestaat dat wij in de toekomst wel over zullen gaan tot het opstellen van een impactverklaring indien dit  aanmerkelijk minder bezwaarlijk wordt dan nu het geval is, of indien blijkt dat het merendeel van de cliënten behoefte heeft aan een impactverklaring.

 

Wijsheid komt met de jaren. B.A. van Doorn sinds 1831.